Een managementparticipatieplan wordt vaak opgezet met als doel om managers [1] langdurig aan de onderneming te binden. De keuze voor een specifieke structuur bepaalt welke documenten nodig zijn om het plan vorm te geven. In deze documenten worden afspraken vastgelegd die bijdragen aan een langdurige verbintenis.
Bij het vormgeven van een managementparticipatieplan is er een aantal belangrijke afspraken die in de documentatie dient te worden opgenomen. Deze afsprakenbeschrijven de rechten en plichten van de managers. Afhankelijk van de gekozen structuur worden deze afspraken vastgelegd in de aandeelhoudersovereenkomst, de certificaathoudersovereenkomst of de optieovereenkomst. Waar relevant worden deze afspraken ook verankerd in de statuten. Daarbij dient men zich ervan bewust te zijn dat statuten openbaar en daarmee dus voor iedereen toegankelijk zijn. In deze paragraaf bespreken we kort een aantal belangrijke type afspraken.
Leaverregeling
Een leaverregeling verplicht een aandeelhouder of certificaathouder zijn aandelen of certificaten aan te bieden onder bepaalde omstandigheden. Over het algemeen zijn er drie type leavers:
De leaverregeling bepaalt aan wie moet worden aangeboden en de prijs van aandelen/certificaten bij vertrek van een participant. Good leavers ontvangen doorgaans de marktwaarde van hun aandelen/certificaten. In dat kader kan de aandeelhouders- of certificaathoudersovereenkomst een marktwaardewaarderingsmethode omschrijven. Bad leavers krijgen daarentegen vaak een forse korting op de marktwaarde. Voor early leavers wordt er vaak een staffel gehanteerd. Dit betekent dat de prijs die ze ontvangen afhangt van hoe lang ze bij het bedrijf zijn gebleven. Deze staffel kan per leaverregeling en per type participant verschillen.
Vesting
Waar een leaverregeling veelal van toepassing is op aandeelhouders en certificaathouders, speelt vesting veelal een rol bij houders van opties op aandelen/certificaten. Vesting is een mechanisme dat wordt gebruikt bij opties om te bepalen wanneer een manager het recht krijgt om de opties uit te oefenen en de onderliggende aandelen/certificaten te kopen. Er zijn verschillende methodes om vesting te structuren, zoals gelijkmatige of variabele vesting over een bepaalde periode of vesting gekoppeld aan het behalen van bepaalde (financiële) doelstellingen (milestones).
Overdrachtsbeperkingen
De keuze om een bepaalde manager aandelen, certificaten of opties daarvan te verstrekken, zal vaak persoons- en functie gebonden zijn waardoor het niet wenselijk is dat de manager zijn aandelen, certificaten of opties zonder voorafgaande goedkeuring van de andere aandeelhouders dan wel de investeerder kan overdragen. In dat kader is het van belang dat de relevante documentatie duidelijke overdrachtsbeperkingen bevat.
Informatierechten
Naast dat aandeelhouders op grond van de wet verschillende informatierechten hebben, worden er in de aandeelhoudersovereenkomst vaak aanvullende informatierechten opgenomen die een aandeelhouder inzicht geven in de financiële presentaties van de onderneming waarin zij aandelen houden. Daarnaast kunnen vergelijkbare rechten worden verstrekt aan certificaathouders en optiehouders.
Non-concurrentie, relatie en anti-ronsel bedingen
Onder meer omdat de managers soms uitgebreide informatierechten verkrijgen die hen inzicht verschaffen in de gang van zaken van de onderneming en de waarde van hun participatie. En om de belangen van de onderneming te beschermen, is het raadzaam om in de documentatie de volgende bedingen op te nemen die beperkingen opleggen aan de managers:
- Non-concurrentiebeding: dit beding beperkt de manager in de mogelijkheid om gedurende de periode dat de manager aandeelhouder/certificaathouder is en
na overdracht van zijn aandelen/certificaten te concurreren met de vennootschap.
- Anti-ronselbeding: dit beding verbiedt de manager om na vertrek collega’s te benaderen om over te stappen naar een andere werkgever.
- Relatiebeding: dit beding beperkt de manager in zijn mogelijkheid om na beëindiging van zijn betrokkenheid bij de vennootschap zaken te doen met klanten of relaties van de vennootschap.
Overige afspraken
Naast de eerder genoemde afspraken zijn er diverse andere afspraken die relevant kunnen zijn voor het managementparticipatieplan. Deze afspraken kunnen zowel algemeen gelden als per individu worden vastgesteld. Denk hierbij aan bepalingen rondom uitkeringen, de berekening van de marktwaarde en minderheidsbescherming. Bij een STAK-structuur kunnen er nog afspraken worden gemaakt met betrekking tot vertegenwoordiging van de belangen van de certificaathouders. De meeste participatieplannen omvatten daarnaast verplichtingen op het moment van een exit en een drag-along- en tag-along-regeling. Deze bespreken wij in het laatste deel van deze blogreeks.
In deze blogreeks
In de voorgaande delen van deze blogreeks zijn wij ingegaan op de verschillende structuren van managementparticipaties en bijbehorende voor- en nadelen. In de laatste blog van deze reeks zoomen wij in op de aandachtspunten bij exits (verkoop) van de onderneming in samenhang met managementparticipaties.
Geïnteresseerd?
Houd dan deze pagina in de gaten. Mocht u al eerder advies willen over het kiezen en inrichten van een managementparticipatieplan dat het beste past bij uw onderneming en groeistrategie? Neem gerust contact op met Maxime Loos of Iris Hoekstra om de mogelijkheden eens vrijblijvend met ons door te nemen.
Benieuwd naar de vorige blogs van deze blogreeks? Lees dan hier deel 1, deel 2 of deel 3.