Stand van het recht
Hoewel het Street-One-arrest minder baanbrekend lijkt dan door sommigen gedacht, is de door advocaat-generaal Valk geschreven conclusie bij het arrest lezenswaardig. Hij geeft daarin de huidige stand van het recht op franchisegebied treffend weer en plaatst een aantal relevante observaties. Zo stelt hij dat op franchisegevers geen bijzondere zorgplicht rust, zoals bijvoorbeeld op banken vanwege hun bijzondere maatschappelijke positie. Vanzelfsprekend moeten franchisegevers op het moment dat zij in onderhandeling treden over het sluiten van een franchiseovereenkomst, wel hun gedrag mede laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de franchisenemer (vgl. HR 15 november 1957, NJ 1958/67, Baris/Riezenkamp en HR 19 oktober 2007, NJ 2007/565, Vodafone/ECT). Daarnaast bevestigt hij dat de Nederlandse Franchise Code (NFC, lees hier), in ieder geval op het punt van de prognoseproblematiek, niet de in Nederland heersende rechtsovertuiging weergeeft. Daar wordt in de praktijk wel anders over gedacht. De NFC bepaalt immers dat de franchisegever dient in te staan voor de deugdelijkheid van de verstrekte prognose. Dit gaat veel verder dan de uit het geldende recht voortvloeiende gehoudenheid tot zorgvuldigheid.
Neem voor meer informatie en vragen over aansprakelijkheid vanwege verstrekte omzetprognoses, of vragen over (potentiële) franchisegeschillen in het algemeen, contact op met Timo Jansen of Anne Spaargaren.