Stoelendansmethode
13 september 2022 – In aansluiting op het e-book ‘in 4 stappen naar een doeltreffende reorganisatie’ delen Frank ter Huurne en Jordi Rosendahl de aankomende maanden door middel van een blogreeks nog meer kennis over doeltreffend reorganiseren. In deze eerste blog bespreken zij de stoelendansmethode.
Bij een reorganisatie geldt als uitgangspunt dat de ontslagvolgorde op basis van het afspiegelingsbeginsel wordt vastgesteld. Op dit uitgangspunt bestaan enkele uitzonderingen. Eén daarvan is de zogenaamde stoelendansmethode. Bij gebruik van de stoelendansmethode laat de werkgever bestaande functies vervallen en worden tegelijkertijd (minder) nieuwe functies gecreëerd. De werknemers die de vervallen functies bekleden, kunnen vervolgens solliciteren op de nieuwe functies. Hierdoor heeft de werkgever gedeeltelijk de mogelijkheid om op basis van kwaliteit te selecteren. In deze blog wordt toegelicht hoe deze methode werkt.
HOE WERKT DE STOELENDANSMETHODE?
In het kader van een reorganisatie is het een werkgever toegestaan functies te laten vervallen en nieuwe functies te creëren. Echter, indien een nieuwe functie als uitwisselbaar met een vervallen functie kwalificeert, dan dient bij het bepalen van de boventalligheid en de herplaatsing het afspiegelingsbeginsel te worden toegepast (lees hier hoe wordt bepaald of sprake is van een uitwisselbare functie). In zo’n geval kan de stoelendansmethode dus niet worden toegepast.
Als geen sprake is van uitwisselbaarheid tussen de vervallen functie en de nieuwe functie, dan worden alle werknemers werkzaam in de vervallen functie boventallig. Zij krijgen dan de mogelijkheid om te solliciteren op de nieuwe functie(s). Echter, hieraan is een belangrijke beperking gekoppeld. Indien een deel van de werkzaamheden van de vervallen functie in de nieuwe functie wordt voortgezet (en dit is bij gebruik van de stoelendansmethode vrijwel altijd het geval), dan is het niet mogelijk de meest geschikte werknemer voor die nieuwe functie te selecteren. Wanneer er meerdere geschikte kandidaten zijn voor de nieuwe functie, dan dient namelijk op basis van het omgekeerde afspiegelingsbeginsel te worden bepaald welke werknemer in de nieuwe functie dient te worden geplaatst. Dit betekent dus dat de stoelendansmethode de mogelijkheid biedt om gedeeltelijk op kwaliteit te selecteren. Het is een werkgever wel toegestaan na te gaan welke werknemers geschikt zijn voor de nieuwe functie, maar het is vervolgens niet toegestaan de meest geschikte werknemer in de nieuwe functie te plaatsen. Let wel: deze beperking geldt alleen indien een deel van de werkzaamheden van de vervallen functie in de nieuwe functie wordt voortgezet. Als dit niet het geval is, dan gelden de reguliere spelregels van de herplaatsingsverplichting.
HOE GESCHIKTHEID VASTSTELLEN?
Het is aan de werkgever om de eventuele geschiktheid van een werknemer voor een nieuwe functie vast te stellen. Om willekeur te voorkomen, dient dit wel te geschieden aan de hand van objectieve criteria. In de praktijk worden vaak competenties gekoppeld aan een functie, waarna op basis van een assessment en sollicitatiegesprek wordt bepaald of iemand geschikt is voor de functie. Vervolgens dienen de geschikte werknemers te worden geplaatst op basis van het omgekeerde afspiegelingsbeginsel.
Benieuwd naar meer informatie rondom doeltreffend reorganiseren download hier het ebook ‘in 4 stappen naar een doeltreffende reorganisatie’.