Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad
Als maatschappelijke organisaties de bestuurders van een bedrijf aansprakelijk willen stellen, dan moeten zij dat doen op grond van onrechtmatige daad. Een onrechtmatige daad kan zijn een inbreuk op een recht, of een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of ongeschreven zorgvuldigheidsplicht. Bovendien moet sprake zijn van toerekenbaarheid van de daad aan de bestuurder, schade, causaal (condicio sine qua non) verband tussen de daad en de schade, alsmede relativiteit (de geschonden norm moet strekken tot bescherming tegen de geleden schade).
Een onrechtmatige daad kan een bestuurder slechts worden toegerekend indien hem een persoonlijk ernstig verwijt valt te maken. Wanneer sprake is van een persoonlijk ernstig verwijt hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder (maar niet beperkt tot) de aard van de door de rechtspersoon uit te oefenen activiteiten, de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico’s en de gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken. In elk geval kan sprake zijn van een persoonlijk ernstig verwijt, indien de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelswijze van de rechtspersoon tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen, en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan opgetreden schade.
Een bestuurder zal dus eerder persoonlijk ernstig verwijtbaar handelen als op voorhand duidelijk is dat de onderneming in strijd handelt met haar wettelijke verplichtingen, dan met een achteraf vastgestelde ongeschreven zorgvuldigheidsnorm. In beginsel zou dus kunnen worden gesteld dat meer wetgeving leidt tot meer risico op bestuurdersaansprakelijkheid. Echter, inmiddels staat het bijvoorbeeld wel vast dat CO2-uitstoot bijdraagt aan klimaatverandering en dat er mensenrechtenschendingen plaatsvinden bij de winning van kobalt en vervaardiging van textiel. Als bestuurders van bedrijven die actief zijn in de olie- kobaltwinning- of kledingindustrie hier desalniettemin geen rekening mee houden, dan zou dat persoonlijk ernstig verwijtbaar kunnen zijn (ook zonder de inwerkingtreding van de CSDDD).
Bovendien zal bij klimaatschade en mensenrechtenschendingen in de toeleveringsketen niet snel worden voldaan aan het vereiste van causaal verband en zal het lastig zijn de schade te duiden. Neem schade aan woningen door een hevige regenbui. Het is lastig vast te stellen of deze regenbui het resultaat was van de opwarming van de aarde, of anders ook zou hebben plaatsgevonden. En als wordt aangenomen dat dit het resultaat was van klimaatverandering, kan dat dan ook worden teruggebracht tot het doen of nalaten van de bestuurders van één bedrijf, zoals Shell? En voor welke schade zullen zij dan aansprakelijk zijn, er vanuit gaande dat het bedrijf waarvan zij bestuurder zijn procentueel slechts minimaal bijdraagt aan deze klimaatverandering? Deze vragen zijn lastig te beantwoorden.
CSRD en bestuurdersaansprakelijkheid
Zoals ik in mijn blogpost CSRD | wat betekent dit en hoe bereid ik mijn bedrijf hierop voor uiteen heb gezet, moeten bedrijven op grond van de CSRD rapporteren over ESG-/duurzaamheidsaspecten. Deze rapportage vormt onderdeel van het bestuursverslag dat op haar beurt onderdeel is van de jaarrekening. Indien door een openbaar gemaakte jaarrekening een misleidende voorstelling van zaken wordt gegeven, dan zijn de bestuurders en commissarissen tegenover derden hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die daardoor wordt geleden. Dit is een afzonderlijke grond voor bestuurdersaansprakelijkheid. Het is dus van belang dat het ESG-/duurzaamheidsverslag geen marketingdocument wordt en dat een realistisch beeld wordt geschetst. Zo niet, dan zou dat tot aansprakelijkheid van de betreffende bestuurders kunnen leiden.
Maar wat als de situatie gewoon niet rooskleurig is? Het openbaar maken van nadelige effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens of milieu, of het ontbreken van enige intentie om CO2-emissie te reduceren, zou maatschappelijke belangenorganisaties munitie kunnen geven voor het starten van een aansprakelijkheidsprocedure. Een dergelijke procedure zal zich in beginsel richten tot de onderneming. Als de onderneming een wettelijk plicht of ongeschreven zorgvuldigheidsplicht niet naleeft, dan kan de onderneming aangesproken worden op grond van onrechtmatige daad. Dit kan slechts tot aansprakelijkheid van de bestuurders van de betreffende onderneming leiden als hen een persoonlijk ernstig verwijt treft en aan de rest van de vereisten voor het aannemen van een onrechtmatige daad wordt voldaan. Zoals genoemd is dit geen licht te nemen drempel. Voor bestuurders zou het daarom de voorkeur moeten hebben om een eerlijk beeld te geven in het jaarverslag, ook als dit geen duurzaamheidsprijs verdient.
CSDDD en bestuurdersaansprakelijkheid
Zoals ik in mijn blogpost CSDDD | wat betekent dit en hoe bereid ik mijn bedrijf hierop voor uiteen heb gezet, moeten bedrijven op grond van de CSDDD due diligence onderzoek doen naar nadelige effecten op mensenrechten en milieu in de waardeketen of toeleveringsketen. Er is veel commotie over de invoering van de CSDDD en het is derhalve onzeker of de CSDDD het licht zal gaan zien. Mocht de CSDDD in haar huidige of aangepaste vorm toch ingevoerd worden, dan is het goed om te weten dat deze richtlijn op zichzelf in elk geval geen vergroot risico op bestuurdersaansprakelijkheid zal meebrengen.
In het voorstel van de Europese Commissie waren twee bepalingen gericht op bestuurders van de in-scope bedrijven. De eerste betrof een algemene zorgplicht om bij het vervullen van de plicht om te handelen in het belang van de onderneming, rekening te houden met de gevolgen voor duurzaamheidskwesties, met inbegrip van mensenrechten, klimaatverandering en milieu. Gedurende de onderhandelingen over de finale tekst van de CSDDD is deze bepaling gesneuveld. De tweede bepaling zag op de verantwoordelijkheid van bestuurders voor de invoering van en het toezicht op de due diligence maatregelen, na consultatie van belanghebbenden en maatschappelijke organisaties. Ook deze bepaling is gesneuveld. Dit doet echter niet af aan het feit dat bestuurders ervoor verantwoordelijk zijn dat de onderneming haar verplichtingen naleeft.
Mocht u meer willen weten of vragen hebben over ESG en/of bestuurdersaansprakelijkheid, neem dan gerust contact op met Stephanie ter Brake.
Klik hier voor de vorige blog over ESG of ga naar onze ESG themapagina op onze website voor meer informatie over dit onderwerp.