nl/en
Blogreeks Wkb ⸱ 09-02-2024

Aansprakelijkheid van de aannemer onder de Wet kwaliteitsborging

Per 1 januari is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking getreden. De Wkb heeft ingrijpende gevolgen voor het toezicht op en toetsing van de bouwkwaliteit, onder meer door de introductie van een kwaliteitsborger. De Wkb wijzigt ook de privaatrechtelijke verhouding tussen opdrachtgever en aannemer. Daarbij geldt natuurlijk dat de hoofdaannemer ook op zijn beurt weer opdrachtgever is van de onderaannemer. Ook laatstgenoemde relatie valt (mits ook in die relatie een bouwwerk wordt opgedragen) onder de toepasselijkheid van (een deel van de) wijzigingen op grond van de Wkb. De vraag wanneer sprake is van een bouwwerk is reeds aan de orde komen in een eerdere blog

Lees hieronder de hele blog.

Wijzigingen in het kort

Indien sprake is van aanneming van een bouwwerk gelden de volgende drie wijzigingen [1]:

i    de aangescherpte waarschuwingsplicht van de aannemer;

ii   een verplichting om een opleverdossier te overhandigen;

iii  een aangepaste regeling van de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering.

Over laatstgenoemde wijziging gaat dit blogbericht.

Aansprakelijkheid in geval van ‘werken, niet zijnde bouwwerken’

Om de achtergrond van de aanpassing van de regeling van de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering (sub iii hiervoor) inzichtelijk te maken staan wij eerst kort stil bij de regeling zoals die gold vóór inwerkingtreding van de Wkb (en zoals die overigens blijft gelden voor werken die geen bouwwerk zijn).

3. De aannemer is ontslagen van de aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken.”

Aldus het huidige artikel 7:758 lid 3 BW. Dit artikel wijkt ten gunste van de aannemer van de algemene regel dat iedere tekortkoming in de nakoming de schuldenaar verplicht de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden (tenzij de tekortkoming niet kan worden toegerekend).[2] Daarbij wordt de deskundigheid van adviseurs aan de zijde van de opdrachtgever aan opdrachtgever toegerekend.

Deze regeling had tot gevolg dat de aannemer in bepaalde gevallen, óók (of beter gezegd: zelfs) in die gevallen dat partijen het erover eens waren dat het werk bij oplevering was behept met een gebrek, niet aansprakelijk kon worden gehouden voor gebreken. De wetgever heeft dit onredelijk geacht. Volgens de wetgever is deze regeling geen prikkel voor aannemers om zich te committeren aan de kwaliteit van de door hen geleverde bouwwerken, ook voor de periode na oplevering en voor de langere termijn.[3] 

Om die reden heeft de wetgever bepaald dat deze regeling niet (langer) van toepassing is op bouwwerken. Zoals gezegd blijft de regeling dus nog altijd van toepassing in geval van aanneming van een werk dat géén bouwwerk is, zoals schilderwerk en/of het aanbrengen van terreinverharding.

Als gevolg van de Wkb moet er dus onderscheid worden gemaakt tussen de aansprakelijkheid van de aannemer voor verborgen gebreken in geval van bouwwerken en de aansprakelijkheid van de aannemer voor verborgen gebreken in geval van ‘werken, niet zijnde bouwwerken’. De vraag kan worden gesteld of hier een gegronde reden voor is, mede in het licht van de achtergrond van de Wkb (kort gezegd: verbetering van de bouwkwaliteit door versterking van de positie van de opdrachtgever).

Wijziging onder de Wkb: ‘bouwwerken’

Op grond van het nieuwe artikel 7:758 lid 4 BW geldt dat de aannemer in het geval van aanneming van een bouwwerk aansprakelijk is voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. ‘Niet zijn ontdekt’ is een objectief criterium (en dus niet, zoals onder lid 3, een subjectief criterium (“redelijkerwijs had moeten ontdekken”)). Dat het gebrek niet is ontdekt kan bijvoorbeeld worden aangetoond door het feit dat het gebrek niet is opgenomen in het proces-verbaal van oplevering.

Met deze nieuwe regeling wordt (weer) aangesloten bij de algemene regel dat iedere tekortkoming in de nakoming de aannemer verplicht de schade die de opdrachtgever daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de aannemer niet kan worden toegerekend.[4] 

Het verweer zoals dat hiervoor is beschreven (kort gezegd: ‘opdrachtgever en zijn adviseurs hadden het gebrek bij oplevering moeten ontdekken’) kan dus niet meer (met succes) worden gevoerd, althans voor zover sprake is van een bouwwerk.

Dit heeft ten eerste tot gevolg dat een aannemer meer aandacht zal hebben voor de kwaliteit van het bouwwerk, aldus althans de wetgever.

Ten tweede versterkt het voornoemde de positie van de opdrachtgever in het geval van gebreken die eerst na oplevering worden ontdekt.

Wel zou de aannemer nog kunnen aanvoeren dat een specifiek gebrek door de opdrachtgever bij oplevering is aanvaard. Van stilzwijgende aanvaarding zal echter niet snel sprake kunnen zijn.

Stelplicht en bewijslast

De vraag is of het voorgaande ook gevolgen heeft voor de verdeling van de stelplicht en de bewijslast tussen de opdrachtgever en de aannemer. Moet de opdrachtgever bijvoorbeeld stellen (en bij gemotiveerde betwisting: bewijzen) dat het gebrek reeds ten tijde van de oplevering aanwezig was? Of kan de opdrachtgever volstaan met het stellen en bewijzen van het gebrek? In een volgend blogbericht zullen wij hier nader op ingaan.

Afwijken?

Professionele partijen kunnen afwijken van de regeling zoals die volgt uit de Wkb (en overigens ook van de regeling zoals die geldt voor ‘werken niet zijnde bouwwerken’). Daarbij gelden twee voorwaarden: (i) de afwijking moet uitdrukkelijk zijn (dus: “in afwijking van artikel 7:758 lid 3 BW spreken partijen het volgende af:…”) en (ii) de afwijking moet in de overeenkomst zelf worden opgenomen (en dus niet ‘slechts’ in de algemene voorwaarden).

Indien de opdrachtgever een consument is kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken van artikel 7:758 lid 3 BW.

Conclusie

De aansprakelijkheid van de aannemer met de komst van de Wkb gewijzigd. Indien sprake is van een bouwwerk kan de aannemer (behoudens afwijkende uitdrukkelijke regeling in de overeenkomst) niet langer het verweer voeren dat een gebrek had moeten worden ontdekt bij oplevering. De opdrachtgever gaat er in die zin dus op vooruit en in het verlengde daarvan volgens de wetgever ook de bouwkwaliteit. Die positie wordt echter ook in belangrijke mate bepaald door de verdeling van de stelplicht en bewijslast. Daarover dus meer in een volgend blogbericht.

Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact op met Patries Epe of Hugo Goedegebure.

Blogreeks

Deze blog maakt onderdeel uit van een blogreeks over de Wkb. Onder meer de volgende vragen hebben de revue gepasseerd of zullen nog worden besproken:

Heeft u zelf een vraag die u graag behandeld ziet in de blogreeks? Stuurt u dan een e-mail naar h.goedegebure@lexence.com en/of p.ozturk@lexence.com. Wij zullen uw vraag dan beantwoorden middels een blog of op via een FAQ-rubriek op deze website.

 

 

Heeft u vragen over dit onderwerp, neem contact op:

Ter zake met ⸱ 24-09-2025
Ter zake met Stephanie ter Brake: “Op persoonlijk vlak zijn dat de tegenslagen geweest, die mij weerbaar hebben gemaakt en voor doorzettingsvermogen hebben gezorgd”
Blog ⸱ 24-09-2025
Mag je als werknemer weigeren om over te werken? (en andere overwerk-vragen beantwoord)
Seminar ⸱ 23-09-2025
Pelin Oztürk spreekt op jaarlijkse actualiteitendag Bouw- en Vastgoedrecht over natuurbeschermingsrecht
Blog ⸱ 18-09-2025
Bijscholen tijdens werktijd: wat mag je van je werkgever verwachten?
Ter zake met ⸱ 15-09-2025
Ter Zake met Nigel Henssen- Advocaat én speler van Oranje op het WK Voetbal voor Advocaten
Blog ⸱ 11-09-2025
Zakelijke mail en bestanden: wat mag je doorsturen? (ook als je geen geheimhoudingsplicht hebt)
Recente zaak ⸱ 10-09-2025
Lexence heeft de aandeelhouder van Tricorp bijgestaan bij verkoop van aandelen aan Gilde Equity Management
Recente zaak ⸱ 09-09-2025
Lexence heeft Building Beyond Technology Group geadviseerd bij de overname van OGD
Recente zaak ⸱ 09-09-2025
Lexence heeft Active Capital Company geadviseerd met de investering in S[&]T Corporation
Recente zaak ⸱ 04-09-2025
Lexence begeleidt Standard Investment bij verwerving belang in Ampelmann
Podcast ⸱ 04-09-2025
Bent u ziek of alleen maar boos?
Blog ⸱ 03-09-2025
Verplicht vrij in de rustige periode? Wanneer dit (niet) mag
Blog ⸱ 27-08-2025
Onbetaald verlof of remote werken in het buitenland: heb je daar recht op of mag je baas dit weigeren?
Recente zaak ⸱ 25-08-2025
Lexence trad op als juridisch adviseur van Sofindev bij de verwerving van een 100% belang in Euphoria Mobility.
Podcast Amsterdamse Handelsgeest - Van de Gouden Eeuw tot Nu ⸱ 25-08-2025
Van bakstenen tot belegging: vastgoedontwikkeling in historisch en juridisch perspectief
Alle berichten