Een investeerder zal na verloop van een aantal jaren een exit willen realiseren waarbij de investeerder haar belang, al dan niet volledig, verkoopt. Dit kan een verkoop zijn aan een strategische koper, een financiële partij maar ook aan zittend management.[1] In alle gevallen zal de investeerder het management nodig hebben om van de exit een succes te maken. In de aandeelhoudersovereenkomst en certificaathoudersovereenkomst worden doorgaans afspraken gemaakt over het proces van een exit en de rechten en verplichtingen van management bij een exit. Hier gaan we in dit deel nader op in.
Initiëren exit proces
Het recht om een exit proces te initiëren is doorgaans bestemd voor de grootaandeelhouder/investeerder. Het proces start met het aanstellen van een corporate finance adviseur. In de transactiedocumentatie van managementparticipaties is doorgaans opgenomen dat de managers hun volledige medewerking zullen verlenen bij het exit proces. De medewerking van het management tijdens een exit proces bestaat onder andere uit het aanleveren van alle benodigde informatie voor het opstellen van teasers, een information memorandum en andere documenten die opgesteld worden om potentiële bieders te enthousiasmeren en te informeren. Management zal geacht worden om een toelichting te geven op de verstrekte informatie tijdens management meetings met de potentiële bieders. Daarnaast heeft het management een belangrijke rol bij het due diligence onderzoek dat een potentiële koper zal verrichten. De informatie voor het due diligence onderzoek zal verzameld moeten worden in een virtuele data room waarbij de investeerder grotendeels van het management afhankelijk zal zijn om de informatie aan te leveren.
Verplichtingen management
In de transactiedocumentatie worden doorgaans bepaalde verplichtingen voor de managers opgenomen in het kader van het exit proces. Allereerst kan dit zien op de verkoop van de (certificaten van) aandelen door de manager. Een investeerder verlangt doorgaans een drag along recht op grond waarvan de manager verplicht is om bij het uitoefenen van het drag along recht door de investeerder zijn (certificaten van) aandelen mee te verkopen met de investeerder aan de derde partij. De tegenhanger hiervan is het tag along recht. Dit is het recht van de manager om zijn (certificaten van) aandelen mee te verkopen met de investeerder.
Managers worden bij de verkoop geacht om naar rato van het belang dat door de managers wordt verkocht mee te delen in de verplichtingen uit hoofde van de verkoop. Hierbij moet gedacht worden aan het afgeven van garanties, vrijwaringen en het stellen van zekerheid voor de nakoming door de verkopers van hun verplichtingen onder de koopovereenkomst in een exit. De kosten in verband met een exit worden doorgaans ook naar rato van de aandelen die verkocht worden verdeeld over de verkopers, waaronder de managers.
Het voorgaande ziet op de rechten en verplichtingen in verband met de verkoop. Maar niet zelden wordt in een managementparticipatie met de managers overeengekomen dat ze bij een exit ook na de verkoop aan zullen blijven als manager en/of bereid zijn om een deel (weer) te herinvesteren op het moment dat de koper in een exit dat verlangt. Voor een koper is uiteraard van belang om ook weer die alignment of interest te creëren. Een exit kan aantrekkelijker worden op het moment dat koper zeker is van het feit dat de managers van de onderneming na de verkoop nog steeds aan boord zijn. Voor een manager kan het afgeven van dergelijke toezeggingen lastiger zijn. Men weet vooraf nooit met welke partij men in zee gaat bij een exit. Ter comfort van de manager kan dan ook opgenomen worden dat het aanblijven als manager na de exit beperkt is tot een bepaalde periode, bijvoorbeeld zes of twaalf maanden na de exit. Daarnaast kan opgenomen worden dat de voorwaarden op basis waarvan de manager na de exit werkzaam zal zijn minimaal gelijk zijn aan of beter zijn dan de huidige voorwaarden van de manager.
In de praktijk wordt de soep niet zo heet gegeten. Zoals eerder benoemd heeft men management nodig om van de exit een succes te maken. Daarnaast zal ook een koper niet door willen met een manager die het niet ziet zitten om te herinvesteren of na de exit werkzaam te blijven.
In deze blogreeks
In de voorgaande delen van deze blogreeks zijn wij ingegaan op de verschillende structuren van managementparticipaties en bijbehorende voor- en nadelen. In de laatste blog van deze reeks zoomen wij in op de aandachtspunten bij exits (verkoop) van de onderneming in samenhang met managementparticipaties.
Geïnteresseerd?
Dit is het laatste deel van onze blogreeks. Mocht u al eerder advies willen over het kiezen en inrichten van een managementparticipatieplan dat het beste past bij uw onderneming en groeistrategie? Neem gerust contact op met Maxime Loos of Iris Hoekstra om de mogelijkheden eens vrijblijvend met ons door te nemen.
Benieuwd naar de vorige blogs van deze blogreeks? Lees dan hier deel 1, deel 2 , deel 3 of deel 4.