Transitievergoeding
Iedere werknemer met een dienstverband van twee jaar of langer heeft recht op een transitievergoeding in geval van een onvrijwillige beëindiging of niet-voortzetting van de arbeidsovereenkomst.
Iedere werknemer met een dienstverband van twee jaar of langer heeft recht op een transitievergoeding in geval van een onvrijwillige beëindiging of niet-voortzetting van de arbeidsovereenkomst.
De werknemer heeft in onderstaande gevallen echter géén recht op een transitievergoeding:
Aantal dienstjaren vergoeding per iedere volle 6 maanden dienstverband
0 t/m 10 1/6 maandsalaris
10+ 1/4 maandsalaris
De transitievergoeding is gemaximeerd op € 75.000 bruto of een jaarsalaris als dat hoger is.
In een aantal gevallen wordt er afgeweken van deze berekeningsmethode. Voor werknemers die 50 jaar of ouder zijn en werkzaam zijn in een bedrijf met 25 of meer werknemers geldt tot 1 januari 2020 de volgende formule:
Aantal dienstjaren vergoeding per iedere volle 6 maanden dienstverband
0 t/m 10 1/6 maandsalaris
10+ 1/4 maandsalaris, maar 1/2 maandsalaris na het bereiken van de leeftijd van 50 jaar
Hiernaast tellen de dienstjaren vóór 1 mei 2013 niet mee bij de berekening van de transitievergoeding, indien het dienstverband wordt beëindigd op basis van bedrijfseconomische gronden wegens de slechte financiële situatie van een werkgever die in de tweede helft van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt minder dan 25 werknemers in dienst had. Deze uitzondering – die geldt tot 1 januari 2020 – is echter pas bij een langdurig slechte financiële situatie van toepassing (op basis van de artikel 24 Ontslagregeling moet onder andere het netto resultaat de voorgaande drie boekjaren negatief zijn geweest).
Wanneer de werkgever in zwaar weer verkeert, zonder dat er sprake is van een faillissement of surseance van betaling, is het bovendien mogelijk dat de transitievergoeding wordt betaald in de vorm van een betalingsregeling. Hiervoor is vereist dat de betaling van de vergoeding in één keer tot onaanvaardbare gevolgen voor de bedrijfsvoering van de werkgever zou leiden.
De werkgever mag de volgende kosten in mindering brengen op de transitievergoeding:
Let op: er geldt een overgangsregeling voor de berekening van de transitievergoeding van tijdelijke werknemers (met name met het oog op seizoenswerkers). Bij de vaststelling van het arbeidsverleden voor de berekening van de transitievergoeding tellen arbeidsovereenkomsten die vóór 1 juli 2012 zijn geëindigd, en elkaar met meer dan drie maanden (of een kortere termijn op basis van de cao) hebben opgevolgd, niet mee. Daarentegen tellen tijdelijke arbeidsovereenkomsten die elkaar na 1 juli 2012 met een periode van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd wel mee.