nl/en
Publicatie ⸱ 23-03-2016

Onjuiste omzetprognose; franchisegever aansprakelijk?

23 maart 2016 – Als een franchisenemer besluit zich aan te sluiten bij een franchiseformule gaat dit vrijwel altijd gepaard met investeringen. Investeringen die de franchisenemer verwacht terug te verdienen gedurende de voor lange duur afgesloten franchiseovereenkomst. Wordt de verwachte omzet evenwel niet gehaald, dan zoekt een franchisenemer vaak verhaal bij de franchisegever, stellende dat de franchisegever de op haar rustende (precontractuele) zorgplicht heeft geschonden door de franchisenemer ondeugdelijke omzetprognoses te verschaffen en niet afdoende te informeren. Overigens zelden met succes.

Sinds het Paalman/Lampenier arrest van de Hoge Raad geldt immers dat op een franchisegever in beginsel niet een uit redelijkheid en billijkheid voortvloeiende verbintenis rust om de franchisenemer in te lichten over de te verwachten omzet of winstverwachting. In deze niet-bestaande verplichting kan de franchisegever dus ook niet tekortschieten. Dit is slechts onder bijzondere omstandigheden anders. Verstrekt een franchisegever een omzetprognose wetende dat de prognose fouten bevat dan handelt zij onrechtmatig indien de franchisenemer niet op de fouten wordt gewezen.

In de onderhavige uitspraak sloot franchisenemer Lunchroom Bread and Butter Tiel (B&B Tiel) zich aan bij franchisegever FHC Formulebeheer (FHC) om een Bread and Butter lunchroom te exploiteren. De met de Bread and Butter lunchroom gerealiseerde omzet bleef echter (direct) achter bij de geprognosticeerde omzet. In reactie daarop werd betaling van de franchisefee opgeschort. Sommaties door FHC om betaling van de franchisefee te hervatten sorteerden geen effect en na bijna twee jaar werd de franchiseovereenkomst ontbonden. B&B Tiel sprak vervolgens FHC aan tot schadevergoeding. FHC zou toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht. FHC zou niet hebben ingestaan voor de deugdelijkheid van de door haar afgegeven omzetprognose en FHC had advies en bijstand moeten verlenen aan B&B Tiel op het moment dat de prognose niet werd gerealiseerd.

Gelet op de omstandigheden van het geval en de heersende lijn in de jurisprudentie komt de rechtbank tot het terechte oordeel dat er op FHC geen zorgplicht rustte ten aanzien van de omzetprognose en daarin dus ook niet tekort is geschoten. B&B Tiel had namelijk, anders dan zij aan haar verwijt jegens FHC ten grondslag legt, zèlf de omzetprognose opgesteld. Dit had B&B Tiel gedaan op basis van financiële gegevens die zij had ontvangen van de vorige exploitant.

FHC had de prognose zelfs nog naar beneden bijgesteld, nadat B&B Tiel die aan haar had doen toekomen wegens een op te stellen ondernemingsplan in het kader van een financieringsaanvraag bij de bank. Dit terwijl op FHC als franchisegever geen zorgplicht rust die ertoe strekt dat zij gehouden zou zijn om de door B&B Tiel als (potentiële) franchisenemer zelf aangeleverde omzetprognoses te controleren op juistheid. B&B Tiel is namelijk allereerst zelf verantwoordelijk voor de inschatting van de mogelijkheden voor een profijtelijke bedrijfsvoering. Zeker nu de franchiseovereenkomst bepaalde dat B&B Tiel haar bedrijf geheel voor eigen rekening en risico exploiteerde. Voor zover B&B Tiel bij die inschatting behoefte had aan gegevens van FHC, had zij dat moeten vragen.

Daarnaast is een franchisegever in het algemeen er niet toe verplicht, anders dan B&B Tiel kennelijk meent, om de franchisenemer eigener beweging van gedetailleerd advies te dienen of planmatig begeleiding te geven ten aanzien van de exploitatie door de franchisenemer. Ook rust er op een franchisegever niet zonder meer een mededelingsplicht ten aanzien van ervaringen van andere franchisenemers. Het enkele feit dat een aantal andere franchisenemers van de formule niet succesvol zijn geweest, maakt dit niet anders. Had B&B Tiel meer informatie gewild over bijvoorbeeld de ervaringen van andere franchisenemers, geldt ook hier dat B&B Tiel dat dan had moeten vragen.

FHC is dus niet schadeplichtig tegenover B&B Tiel. Overigens is B&B Tiel wel schadeplichtig tegenover FHC. Nu er geen sprake is van een tekortkoming van FHC, was B&B Tiel immers niet gerechtigd om de betaling van de franchisefee op te schorten.

Heeft u vragen over dit onderwerp, neem contact op:

Podcast Amsterdamse Handelsgeest - Van de Gouden Eeuw tot Nu ⸱ 20-01-2025
Erfpacht in Amsterdam: verleden, huidige invloed en toekomst
Recente zaak ⸱ 17-01-2025
Lexence heeft Today Real Estate Development succesvol bijgestaan bij de verwerving van hun herontwikkelingslocatie in Amsterdam
Blogreeks Amsterdamse Handelsgeest ⸱ 17-01-2025
De Evolutie van Erfpacht in Amsterdam: Van tijdelijk naar eeuwigdurend
Kantoornieuws ⸱ 16-01-2025
Lexence eindigt op de zevende plek in de League Tables 2024
Recente zaak ⸱ 13-01-2025
Lexence heeft Practical bijgestaan bij de overname van Total Outsource & Compliance B.V.
Blogreeks Wkb ⸱ 09-01-2025
Kwaliteitsborging een jaar na de inwerkingtreding van de Wkb, wat is de stand van zaken?
Whitepaper ⸱ 07-01-2025
Een overzicht van het Nederlands Arbeidsrecht | Voor buitenlandse ondernemingen en expats
Kantoornieuws ⸱ 02-01-2025
Lexence benoemt Ellen als nieuwe partner
Blogreeks Amsterdamse Handelsgeest ⸱ 23-12-2024
Huurrecht in Amsterdam: Van woningwet tot betaalbare huur
Publicatie ⸱ 20-12-2024
Werknemers- en managementparticipaties: Een strategisch instrument voor General Counsels
Recente zaak ⸱ 18-12-2024
Lexence heeft Groupe LT geadviseerd bij hun overname van Van Rens B.V. van Strukton Groep.
Podcast Amsterdamse Handelsgeest - Van de Gouden Eeuw tot Nu ⸱ 16-12-2024
Wonen in Amsterdam: Van Historische Woningwet tot Hedendaagse Uitdagingen
Recente zaak ⸱ 13-12-2024
Lexence heeft Antea geadviseerd bij de verkoop van Gouweloos
Blogreeks Wkb ⸱ 11-12-2024
Nieuwe wettelijke regeling waarschuwingsplicht voor aannemers
Infosheet ⸱ 25-11-2024
Inzicht in de positie van ZZP’ers: Handhaving door de Belastingdienst per 1 januari 2025 en status concept wetsvoorstel VBAR
Alle berichten