Jouw praktijk heeft ook steeds meer een internationaal karakter?
“Dat klopt. De wereld wordt kleiner en veel van mijn werk heeft een internationaal aspect. Als bijvoorbeeld een cliënt uit het buitenland interesse heeft om iets in Nederland te doen, of een cliënt die interesse heeft in een onderneming die dochters heeft in het buitenland. Wij zijn natuurlijk Nederlandse advocaten, dus wij adviseren over Nederlands recht. Maar er is altijd wel iéts dat een internationaal aspect heeft. De voertaal is dan ook Engels, ook als het een Nederlandse verhouding is. Bij Lexence worden we steeds vaker gevraagd om deals internationaal te coördineren. Recent heb ik bijvoorbeeld een overname in Frankrijk gedaan als lead counsel – advocaat van dienst – naar Frans recht. Dat is niet mijn expertise, dus dan huur ik zelf een advocaat in Frankrijk in om ons specifiek te adviseren over dingen van de Franse wet die raken aan die deal.”
Maar waarom word jij dan überhaupt ingeschakeld?
“Omdat dat de vertrouwensrelatie is die je met de klant hebt. Een deal is een deal. Overal ter wereld gelden vergelijkbare principes. Een transactie draait doorgaans om een koopovereenkomst tussen aandeelhouders. Dat zijn grote documenten, maar de basisafspraken en basisprincipes komen vaak overeen. Een Japans contract verschilt niet veel van een Amerikaans contract als je kijkt naar hoe er omgegaan wordt met garanties en aansprakelijkheden bijvoorbeeld. In de nuances zit het verschil. Dan zegt de cliënt: ‘Het is voor ons moeilijk om een advocaat in het buitenland te vinden, jij bent te vertrouwen – we weten wie je bent en wat je kunt – : wil jij dit voor ons coördineren?’ Onze internationale praktijk heeft zich enorm ontwikkeld. We zijn inmiddels een gevestigde naam en we moeten een beetje oppassen dat mensen niet gaan denken dat wij ook zo’n groot kantoor zijn. We zitten namelijk ook nog eens in een mooi pand.”
Maar hoe kantel je dat beeld dan?
“Dat is lastig. Het heeft te maken met hoe je mensen benadert. Ik moet geregeld pitchen bij ondernemers, mensen die wars zijn van al te advocaterige advocaten zeg maar. Ik probeer dan gewoon mezelf te zijn, niet te hoog van de toren te blazen hoe geweldig we zijn. Het is een wat informelere benadering waarbij ik altijd benadruk dat wij het persoonlijke contact, de benaderbaarheid en beschikbaarheid hoog in het vaandel hebben staan. We zijn laagdrempelig, zowel intern – als partner heb ik mijn deur altijd openstaan zodat collega’s vragen kunnen stellen – als naar de klanten toe.”
Cliënten kunnen je gewoon bellen?
“Exact. Sommige cliënten hebben er zelfs soms een beetje te weinig rem op zitten.”
Maar hoe ga je daarmee om dan?
“Mijn neiging is dat ik altijd aan sta. Dat kan heel intens zijn en het is ook niet altijd even makkelijk voor het thuisfront. Maar een relatie opbouwen met een klant is een investering en dat houdt niet op om vijf uur. Daarbij wil ik op kantoor ook verantwoordelijkheid nemen voor de mensen waarmee ik werk. Dat krijg je niet gedaan in veertig uur per week. It’s not that kind of job. Soms is het lastig, maar het werk brengt ook veel. Ik krijg er energie van en dan is het ook niet erg om hard te werken. De balans zien te vinden en ook ruimte hebben voor een privéleven: tja, dat kan soms een uitdaging zijn. Werken is iets waar ik me makkelijk in kan verliezen. Ik ben een slechte time manager, leef in het moment. Als je hier op een willekeurige dag op de zevende verdieping loopt dan zijn er allemaal mensen op de gang die al dan niet in phoneboots aan het bellen zijn. Er wordt gekletst en er gebeurt veel. Ik krijg honderden e-mails per dag. Als je dan naar de vijfde verdieping afzakt, waar collega’s werken aan grote procedures, dan kun je bij wijze van spreken een kanon afschieten. Die zitten heel rustig te werken en na te denken over van alles en nog wat. Het één is niet beter dan het andere, maar het is anders.”
En die reuring, dat past bij jou?
“Zeker. Als er nú iets moet gebeuren, dan geeft me dat energie. Time is of the essence in dit soort zaken. Wij werken ook heel effciënt. De lijntjes met teamleden zijn kort. Zo leiden we onze jonge M&A advocaten ook op: als het klantbelang dat vraagt dan ben je beschikbaar. Ik hou van mijn vak. Ik werk al 18 jaar voor dit kantoor en heb me nog geen moment verveeld.”