De one-tier board is een bestuur dat bestaat uit uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. Deze opzet is een alternatief voor ons bestaande dualistische bestuursmodel met een raad van bestuur en een afzonderlijke raad van commissarissen. Met de invoering van de one-tier board hoopt de wetgever Nederland aantrekkelijk te houden voor het internationale bedrijfsleven. Als voordelen van de one-tier board worden genoemd een directer en daarmee beter toezicht van niet-uitvoerende bestuurders op uitvoerende bestuurders. De nauwere samenwerking zou ook moeten leiden tot een efficiëntere besluitvorming en een beter beleid en mijns inziens ook tot minder administratieve rompslomp. Eén orgaan dat vergadert levert maar één notulen op en additionele informatie besproken door de raad van bestuur hoeft niet meer doorgezet te worden aan de raad van commissarissen.
De invoering van de one-tier board brengt ook een wijziging van de omschrijving van de bestuurstaak in de wet met zich mee. Tot de taken van de bestuurder gaan behoren alle bestuurstaken die niet aan een andere bestuurder zijn toebedeeld. Vindt een toebedeling van een taak aan een bestuurder plaats dan krijgt deze bestuurder er geen taak bij maar weet hij/zij dat deze taak buiten het takenpakket van de andere bestuurders valt.
Ondanks deze mogelijkheid tot verdeling van taken blijft het bestuur, net zoals nu het geval is, collectief verantwoordelijk. Dit betekent dat alle bestuurders hoofdelijk aansprakelijk blijven voor onbehoorlijk bestuur. Disculpatie door een individuele bestuurder is ook in het wetsvoorstel opgenomen: dit is mogelijk indien een bestuurder aantoont dat hem/haar geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij/zij daarnaast niet nalatig is geweest om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
Een ander belangrijk punt dat in het wetsvoorstel aan de orde komt is de tegenstrijdig belang regeling. Hoofdregel is dat een bestuurder zich in beginsel enkel mag laten leiden door het belang van de vennootschap. Indien een vennootschap een overeenkomst aangaat met één van haar bestuurders, heeft de desbetreffende bestuurder twee spreekwoordelijke petten op en is er sprake van tegenstrijdig belang. In dat geval is het bestuur nu niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen (tenzij in de statuten anders is bepaald) en dient de algemene vergadering één of meer personen aan te wijzen om de vennootschap te vertegenwoordigen. Een derde heeft de onbevoegdheid van het bestuur (veroorzaakt door tegenstrijdig belang) tegen zich te laten gelden indien hij/zij op de hoogte was of had moeten zijn van het tegenstrijdig belang. Om dit uit te sluiten worden in de praktijk onder alle transacties tegenstrijdig belang besluiten gelegd.
Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat de vennootschap bij een tegenstrijdig belang van één van haar bestuurders gebonden blijft jegens derden. Met andere woorden de tegenstrijdig belang regel heeft dan enkel nog interne werking.
Voorts wordt in de wet het aantal functies dat bestuurders en commissarissen van grote NV’s, BV’s en stichtingen mogen bekleden gemaximeerd. Een NV of BV wordt kort gezegd als ‘groot’ aangemerkt indien de waarde van de activa meer dan € 17,5 miljoen bedraagt, de netto-omzet over het boekjaar meer dan € 35 miljoen bedraagt en er meer dan 250 werknemers zijn. De NV of BV moet voldoen aan ten minste twee van voornoemde criteria. De stichting valt onder de nieuwe regeling indien zij aan (ten minste) twee van deze criteria voldoet én zij wettelijk verplicht is een jaarrekening op te stellen.
Op basis van de wet mag een bestuurder van een grote rechtspersoon slechts twee toezichthoudende functies bij andere rechtspersonen bekleden, waarbij bovendien geen van die functies een voorzitterschap mag zijn. Voor commissarissen geldt dat zij niet meer dan vijf commissariaten/niet uitvoerende bestuursfuncties tegelijk mogen bekleden. Bij beoordeling van het aantal posities, telt het voorzitterschap van een RvC of een one-tier board dubbel, daarentegen vallen benoemingen bij groepsmaatschappijen, buitenlandse rechtspersonen en andere Nederlandse rechtspersonen dan de grote NV, BV of stichting, niet onder de regeling.