1. Toepassingsbereik
Het overeengekomen toepassingsbereik sluit aan bij het oorspronkelijke commissievoorstel. Dit betekent dat de CSDDD van toepassing zal zijn op drie groepen ondernemingen, te weten:
• EU-ondernemingen met meer dan 500 werknemers en een netto wereldwijze omzet van meer dan EUR 150 miljoen;
• EU-ondernemingen met meer dan 250 werknemers en een netto wereldwijde omzet van meer dan EUR 40 miljoen waarvan tenminste EUR 20 miljoen is een van de volgende sectoren:
o fabricage van en groothandel in textiel, kleding en schoeisel;
o landbouw (inclusief bosbouw en visserij);
o fabricage van voedingsmiddelen en handel in landbouwgrondstoffen;
o winning van en groothandel in mineralen of fabricage van aanverwante producten en bouwnijverheid.
• Niet-EU-ondernemingen met EUR 150 miljoen in de EU, waarvan de Europese Commissie tijdig een lijst zal publiceren.
Het voorstel van het Europees Parlement om de CSDDD al van toepassing te verklaren op bedrijven met meer dan 250 werknemers en een netto wereldwijde omzet van meer dan EUR 40 miljoen, zonder dat omzet moet zijn gegenereerd in een van de hoge impact sectoren, heeft dus geen standgehouden.
Belangrijk is dat bedrijven die financiële diensten verrichten voor wat betreft hun downstream activiteiten (zoals het doen van investeringen en verstrekken van leningen) tijdelijk worden uitgezonderd van de due diligence verplichtingen onder de CSDDD. Zij zullen dus wel onder de CSDDD vallen voor wat betreft hun eigen activiteiten alsook upstream activiteiten, zoals de inkopen die zij doen bij hun toeleveranciers. Bovendien moeten grote bedrijven in de financiële sector (net als andere grote bedrijven) een klimaattransitieplan opstellen. De CSDDD zal een review clause bevatten op basis waarvan de downstream activiteiten van financiële dienstverleners mogelijk alsnog onder het toepassingsbereik van de richtlijn kunnen gaan vallen.
2. Reikwijdte van het due diligence onderzoek
In mijn vorige blogpost ESG | Wat is de CSDDD en hoe kan u uw bedrijf hierop voorbereiden? schreef ik dat werd onderhandeld over de vraag of het due diligence onderzoek zich moet uitstrekken tot de activiteiten in de waardeketen of tot de keten van activiteiten (vergelijkbaar met de toeleveringsketen). Volgens de persmededeling van de Raad van Ministers gelden de nieuwe regels voor de volledige keten van bedrijfsactiviteiten van grote ondernemingen, dus ook voor die van upstream zakenpartners en voor een deel van hun downstream activiteiten, zoals distributie of recycling. Hiermee lijkt te zijn gekozen voor het standpunt van de Raad van Ministers om het due diligence onderzoek te beperkten tot de keten van activiteiten in plaats van de door de Europese Commissie voorgestelde waardeketen.
3. Klimaattransitieplan en remuneratie
Het voorlopig akkoord bevat strengere bepalingen omtrent de inspanningsverplichting van grote bedrijven om een transitieplan op te stellen voor de beperking van de opwarming van de aarde tot 1,5 °C, overeenkomstig het Parijs-akkoord. Zo wordt hieraan toegevoegd dat bedrijven dit plan ook daadwerkelijk naar beste vermogen moeten uitvoeren.
In het commissievoorstel stond eveneens dat bedrijven bij de vaststelling van variabele beloningen van bestuurders rekening moeten houden met de naleving van het klimaattransitieplan, indien de variabele beloning gekoppeld is aan de bijdrage van een bestuurder aan de bedrijfsstrategie, langetermijnbelangen en duurzaamheid van de onderneming. De Raad van Ministers had voorgesteld om deze bepaling te laten vallen. Uit de persconferentie van de Raad van Ministers en het Europees Parlement maak ik op dat deze bepaling toch in stand blijft. Zo wordt specifiek genoemd dat dit ook geldt voor financiële dienstverleners die vanwege hun omvang een klimaattransitieplan moeten opstellen.
4. Civielrechtelijke aansprakelijkheid
In de persmededeling van de Raad van Ministers staat dat het voorlopig akkoord benadeelden betere toegang tot de rechter geeft. Wie negatieve gevolgen ondervindt (vakbonden en maatschappelijke organisaties inbegrepen), krijgt vijf jaar de tijd om een vordering in te stellen. Hieraan wordt toegevoegd dat ook de inzage in bewijsmateriaal, stakingsmaatregelen en proceskosten voor eiser worden beperkt. Waarschijnlijk wordt hiermee bedoeld dat deze onderwerpen worden geadresseerd en dat het voor benadeelden juist gemakkelijker wordt gemaakt om inzage in bewijsmateriaal te verkrijgen en staking van de betreffende activiteiten te vorderen.
5. Sancties
Bij het vaststellen van de implementatiewetgeving dienen lidstaten ook bepalingen op te nemen met betrekking tot de sancties die staan op niet-naleving daarvan. De sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. Bovendien moeten geldboetes gerelateerd zijn aan de omzet van de onderneming. De hoogst mogelijke geldboete moet minimaal 5% van de netto-omzet van de onderneming bedragen. In het voorlopig akkoord wordt hieraan toegevoegd dat maatregelen moeten kunnen worden genomen om de activiteiten van een onderneming te staken indien de betreffende onderneming de aan haar opgelegde geldboete niet betaalt. Ook wordt de sanctie van naming and shaming genoemd, hetgeen zal inhouden dat de schending openbaar wordt gemaakt.
6. Overige onderwerpen
Het Europees Parlement en de Raad van Ministers noemen in hun persmededelingen ook dat akkoord is bereikt op een aantal onderwerpen die minder ter discussie stonden dan de bovenvermelde onderwerpen. Zo wordt genoemd dat bedrijven een klachtenprocedure moeten optuigen, moeten communiceren over het door hen gevoerde due diligence beleid en de effectiviteit van het gevoerde due diligence beleid moeten meten. Bedrijven die negatieve effecten op mensenrechten of milieu door hun zakenpartners identificeren dienen deze relaties te verbreken als de negatieve effecten niet kunnen worden voorkomen of beëindigd.
[Hieronder treft u een overzicht van de standpunten van de Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement, alsmede het voorlopige akkoord.]
Mocht u meer willen weten of vragen hebben over ESG en uw bedrijf, neem dan gerust contact op met Stephanie ter Brake.