Emilie had zich zestien jaar toegelegd op de opvoeding van haar kinderen. Toen haar jongste naar de middelbare school ging, begon het weer te kriebelen. ‘Ik wilde weer aan de slag’. ‘Met een Schoevers-opleiding en een computer diploma op zak wilde ik me gaan inschrijven bij een recruitmentbureau. Ik belde mijn vriendin Sandra in ’t Veld voor advies. Zij had net met vier collega’s, Van Schoonhoven in ’t Veld, de voorloper van Lexence opgericht. Een week later vroeg ze me of ik niet bij haar wilde werken. Het was erg druk op het nieuwe kantoor, maar ze durfden nog niemand aan te nemen, niet zeker wetend of het zo druk zou blijven. Ik bood toen aan om drie dagen in de week kosteloos te komen helpen. Dat vond ik belangrijk, vanwege onze vriendschap. Die wilde ik niet riskeren door meteen een zakelijke relatie aan te gaan. We spraken af dat we eerst zouden kijken of het zakelijk ook zou klikken.’
‘De informele sfeer en het gevoel van pionieren waren mij op het lijf geschreven’
Zakelijk klikte het tussen de vriendinnen. De tijdelijke oplossing werd een carrière van 21 jaar. ‘Ik heb genoten’, zegt Emilie enthousiast. ‘De informele sfeer en het gevoel van pionieren waren mij op het lijf geschreven. Je moet je voorstellen dat het kantoor nog klein was en gevestigd in een villa aan de Apollolaan. In een kelderkast onder de trap werkte bijvoorbeeld een dame die de bibliotheek aanlegde. Sietse Vaas en Babette van der Haer zaten op zolder en zetten de administratie op. Ik zat samen met Willemijn van Vliet achter de receptie, waar we naast receptiewerk ook veel administratief werk deden. De vrijdagmiddagborrels waren gewoon op de kamer van een van de advocaten en tussentijds werd gerust nog de telefoon beantwoord. Bij mooi weer lunchten we in de tuin of we gingen een rondje Beethovenstraat lopen. Het was voor mij de perfecte sfeer om weer te starten met werken en over alle aspecten van de organisatie en de advocatuur te leren.
De verhuizing naar de Peter van Anrooystraat markeerde een belangrijke stap in de professionalisering van het kantoor. Emilie: ‘We kregen een echte receptie met een balie in de hal en kantoortje erachter voor postverzorging. Het team werd uitgebreid want de balie moest altijd bemand zijn en in de vergaderzalen die we toen kregen moest natuurlijk ook koffie geschonken worden. We kregen een echte kantine waar Berna Polver jarenlang ‘de scepter zwaaide’. In de daaropvolgende jaren volgden vele verbouwingen, omdat het kantoor groeide en we meer ruimte nodig hadden. ‘Tijdens zo’n verbouwing zaten we boven op elkaar wat best gemor gaf maar ik genoot van de dynamiek van het snel groeiende kantoor.’
Met Kerst op zoek naar de lichtknop
Het organisatietalent van Emilie viel op en ze werd gevraagd door te groeien naar een functie als facility manager. ‘Ik was hier natuurlijk niet voor opgeleid, maar ik deed het zoals ik een goed huishouden zou bestieren. De meest uiteenlopenuiteenlopende werkzaamheden kwamen op me af: van aansturen van de receptie, de schoonmaak tot de papiervernietiging en het organiseren van werkplekken voor nieuwe medewerkers. Het was afwisselend en bijzonder. Ik weet nog dat ik thuis een kerstdiner aan het bereiden was, toen Ferry van Schoonhoven mij belde om te vragen waar de centrale lichtknop op zijn verdieping zat.
Het regelen van client events en kantooruitjes was misschien wel het leukste van mijn werk. Aanvankelijk hadden de kantooruitjes bestemmingen in Nederland (Schiermonnikoog, Friesland en Limburg), maar op een gegeven moment gingen we om het jaar naar het buitenland (Ierland, Portugal en Mallorca etcetera). In 2004 had ik ook een hele mooie trip. Jeroen Goosens, Willemijn Wielenga, Floor Knuistingh Neven en Michiel Bernardus wilden de marathon van New York lopen. Zij vroegen kantoor om een bijdrage in de kosten en die kregen zij in de vorm van shirts en jacks op voorwaarde dat zij een bevriend kantoor zouden bezoeken. Emilie ‘moest’ mee als moeder overste om ervoor te zorgen dat ze zich zouden gedragen. Het was een geweldige ervaring. Alle sportievelingen liepen de wedstrijd uit.’
Toen haar man met pensioen ging, wilde Emilie minder gaan werken en verwisselde haar facility job voor een functie op de afdeling communicatie. ‘Peter Reinders vroeg het mij, omdat ik de client events al verzorgde en dat heel leuk vond. Ook deze functie was afwisselend. Minder leuk was het verzamelen van de gegevens voor die ellendige listings. Niemand wilde er tijd voor vrij maken, dat was een jaarlijks drama.’